Competities

Het spelen van wedstrijden in competitieverband is voor de meeste voetballers de ultieme beleving van voetballen. De wedstrijd in het weekend wordt hiermee centraal gesteld in de beleving.

Vanuit het oog van ontwikkeling kan de wedstrijd en een competitie een andere waarde krijgen. In de wedstrijd kunnen spelers vaardigheden toepassen die spelers doordeweeks hebben ontwikkeld tijdens trainingen of het spelen op een veldje of pleintje. Het wedstrijdelement (winnen) en de competitiedruk (rangschikking in de poule) geven extra weerstand ervaringen bovenop de weerstand die een tegenstander biedt.

Het ontwikkeltraject van een speler gaat over jaren, terwijl het belang van de wedstrijd in competitieverband zich concentreert op de wedstrijd in het weekend. De keuzes die coaches maken (wel of niet opstellen van spelers, opstellen op een positie die een stimulans zijn voor de ontwikkeling) en spelers maken (neem ik een risico zodat ik een bepaalde vaardigheid ontwikkel of neem ik geen risico waarbij ik niet weet of ik een vaardigheid beheers onder weerstand) zijn vaak in het belang van de wedstrijd en competitie, maar niet altijd in het belang van de ontwikkeling van de individuele spelers of team.

Ook is de waarde van de wedstrijd in de week verschillend. Spelers op Elite, Toptalenten en Talenten niveau (Eredivisie t/m Hoofdklasse) besteden (veel) meer tijd aan voetbal dan een gemiddelde recreatie voetballer. Een wedstrijd van een uur valt is verwaarloosbaar wanneer een BVO speler 10 uur in de week traint. Helemaal als de trainingsintensiteit hoger is dan de wedstrijd. Voor een recreatievoetballer die een uurtje in de week traint is de wedstrijd – naast het leukste voetbalactiviteit in de week – het belangrijkste ontwikkelmoment.

Het enige wat de KNVB en de werkgroep kunnen nastreven is dat teams op het juiste niveau worden ingedeeld in het belang van de spelvreugde en een optimale ontwikkeling. Dit geldt voor recreatieve amateurs, maar ook voor BVO teams.